Spelregels vuurkorven

Aan het gebruik van vuurkorven, tijdens de viering van 1 april, zijn de volgende spelregels verbonden:

  1. Vuurkorven moeten op een stevige ondergrond geplaatst zijn, zodat deze niet om kunnen vallen, moeten een onbrandbare ondergrond hebben en ontdaan zijn van brandbare begroeiing over een afstand van 3 meter rond het vuur.
  2. De maximale afmeting voor een vuurkorf is ongeveer 60cm x 60cm.
  3. Er mag alleen gebruik gemaakt worden van schoon droog hout.
  4. Wanneer de windsnelheid groter is dan windkracht 4 mogen de vuurkorven niet worden ontstoken.
  5. Het aanleggen, stoken en branden van het vuur dient te geschieden onder toezicht van tenminste 1 persoon ouder dan 18 jaar. Deze dient aanwezig te zijn tijdens de voorbereiding en tijdens het stoken en branden.
  6. De vuurkorven mogen niet aangestoken worden met toepassing van vloeistoffen met een vlampunt lager dan 55 graden, zoals benzine, petroleum, spiritus en dergelijke.
  7. Er mag geen gevaar, overlast of hinder ontstaan voor de omgeving.
  8. Bij rookhinder moet het gebruik worden gestaakt.
  9. Er dienen voldoende blusmiddelen zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar aanwezig en voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn. De straatgroepen zullen bij de vuurkorven in het bezit zijn van een emmer met water/zand en zorgen ervoor dat er geen strobalen in de buurt staan van de vuurkorven & barbecues.
  10. De vuurkorven dienen zodanig afgeschermd en geplaatst te zijn dat publiek op een veilige afstand (tenminste 1,50 meter) kan passeren.
  11. De directe omgeving van de vuurkorf mag niet brandgevaarlijk zijn.
  12. Vuurkorven mogen niet geplaatst worden voor een gevelopening zoals ramen en deuren.
  13. Gedurende de optocht, startend bij de Langepoort, via de Langestraat, Wellerondom, Venkelstraat, Gasthuisstraat, Nobelstraat, Voorstraat en Dijkstraat naar het 1-Aprilmonument vanaf 15.15 tot 16.00 uur, mogen er langs de route geen vuurkorven in gebruik zijn.
  14. Na afloop van de activiteiten dienen de vuurkorven te worden gedoofd en gecontroleerd te worden op mogelijk smeulende resten en dergelijke.
  15. Aanwijzingen, bevelen en opdrachten gegeven door of namens organisatie, gemeente, brandweer en/of politie dienen stipt opgevolgd te worden.

Indien er door drukte gevaar ontstaat voor de omgeving zal de organisatie na overleg met brandweer en politie en gemeente besluiten om het gebruik van alle vuurkorven te staken.

Constatering van het niet naleven van (één van) deze spelregels zal leiden tot optreden van organisatie, politie, brandweer en gemeente. Tevens zal er proces-verbaal opgemaakt kunnen worden, op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening.